Nieuwe vrachtwagens en bussen moeten in de EU al voldoen aan bepaalde CO2-doelen, maar die zijn achterhaald door de nieuwe EU-klimaatdoelen en innovaties in de sector. De Milieucommissie wil daarom ambitieuzere doelen: 45% minder CO2-uitstoot in 2030, 70% in 2035 en 90% in 2040. Eickhout: “Het liefst wilden we een volledige uitfasering van de verbrandingsmotor in 2040, maar dat bleek een brug te ver. Toch ben ik hier blij met deze doelen, want het is een enorme versnelling.”
Een ambitieus onderdeel van de wet is een 100% reductiedoel voor nieuwe stadsbussen in 2030, met een beperkte uitzondering voor stadsbussen op biomethaan tot 2035. Eickhout: “Steeds meer stadsbussen zijn al elektrisch, maar dat hangt vaak af van de ambitie van lokale overheden. Met deze wet zijn vanaf 2030 nieuwe stadsbussen in heel Europa uitstootloos. Heel belangrijk voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in alle Europese steden.”
Een belangrijk twistpunt dat ook in de plenaire stemming terugkomt, is het gebruik van synthetische brandstoffen. Bijvoorbeeld diesel gemaakt van waterstof en CO2. Eickhout: "Synthetische brandstoffen zijn duur en inefficiënt, en moeten we daarom alleen daar inzetten waar het niet anders kan. Iedereen weet dat vrachtwagens en bussen daar niet onder vallen. Hierover zijn EU-landen, fabrikanten en NGO's het met elkaar eens, toch maken conservatieve politici hier een bijna dogmatisch punt van om zo de verbrandingsmotor te ‘redden’. Hun voorstellen zouden deze wet volledig uithollen en we doen er alles aan om dat te voorkomen.”
Na de stemming in de Milieucommissie stemt ook het voltallige Europarlement over het mandaat. Dat gebeurt in november, waarna de onderhandelingen met de lidstaten van start kunnen gaan. De milieuministers van de EU-landen hebben vorige week hun positie al bepaald.