Het Handvest van Grondrechten van de EU geeft burgers het recht op inzage documenten die voor besluitvorming gebruikt worden. Net als in Nederland kent de Europese Unie een wet voor Europese openbaarheid van bestuur (“Eurowob”). In de praktijk wordt dit recht maar al te vaak geschonden. Zo blijven de sms-berichten die Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen uitwisselde met de CEO’s van farmaceutische bedrijven over de aankoop van Corona-vaccins tot vandaag geheim voor het publiek. Onlangs bleek uit onderzoek van de Europese Ombudsman dat verzoeken op toegang tot documenten in 85% van de gevallen te laat wordt behandeld. Het is bovendien uiterst moeizaam voor burgers of journalisten om inzicht te krijgen in hoe nationale regeringen zich opstellen in EU-besluitvorming in besloten werkgroepen.

Dit gebrek aan transparantie is een democratisch tekort dat dringend moet worden aangepakt. De Europese rechter heeft dit in verschillende uitspraken bevestigd. GroenLinks wil dat het recht op toegang tot documenten versterkt wordt en voor burgers eenvoudig wordt gemaakt in de dagelijkse praktijk. De commissie Justitie en Burgerlijke Vrijheden (LIBE) van het Europees Parlement stemde recent in met een reeks voorstellen van Europarlementariër Tineke Strik om de transparantie van besluitvorming en toegang tot documenten te verbeteren:

  1. De vertraging in de behandeling van verzoeken tot documenten moet worden aangepakt, onder andere door meer menskracht, waar nodig snelle antwoorden met verzoeken om verduidelijking van het Eurowob-verzoek. De prioriteit moet, echter, zijn om het overgrote deel van de documenten proactief te publiceren zodat burgers die meteen in een eenvoudige doorzoekbare database kunnen vinden zonder een Eurowob-verzoek te hoeven doen.
  2. Documenten die verband houden met de onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad (nationale regeringen) en de Europese Commissie in zogeheten “trialogen” vallen onder het wetgevende proces en moeten daarom tijdig publiek worden gemaakt.
  3. Documenten die verband houden met de onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad (nationale regeringen) en de Europese Commissie in zogeheten “trialogen” vallen onder het wetgevende proces en moeten daarom tijdig publiek worden gemaakt.
  4. De Raad van Ministers, waar de nationale regeringen met elkaar onderhandelen, mogen alleen in uitzonderlijke gevallen documenten als “vertrouwelijk” classificeren. In het afgelopen jaar werden maar liefst 1327 documenten als vertrouwelijk geclassificeerd waarvan er vervolgens 839 toch openbaar konden, of moesten worden gemaakt. De Raad moet openbaarheid als uitgangspunt verankeren in zijn reglement, en daar ook naar handelen, in navolging van de vele arresten van het Europees Hof. 
  5. De Raad van Ministers moet stelselmatig registreren en openbaar maken welke posities lidstaten innemen, ook als er op ambtelijk niveau onderhandeld wordt over Europese wetgeving. Alleen zo kunnen burgers en nationale parlementen volgen welke invloed hun regering daadwerkelijk uitoefent op Europees beleid in besloten werkgroepen.
  6. Er moet volledige informatie komen over het Europees geld dat wordt gebruikt voor samenwerking op het vlak van migratie met landen buiten de Europese Unie. Het is voor burgers en zelfs het Europees Parlement momenteel onmogelijk om inzicht te krijgen in de besteding van Europees belastinggeld aan het beleid om migratie te sturen. Hierdoor ontstaat een levensgroot risico dat Europees geld mensenrechtenschendingen aan de buitengrens, of in landen buiten de EU schendt.
  7. EU-instituties moeten intern beleid maken om ervoor te zorgen dat communicatie over EU-besluitvorming via smartphones wordt geregistreerd en gearchiveerd. De Europese Commissie moet het verzoek tot toegang tot sms-berichten tussen Von der Leyen en CEO’s van farmabedrijven opnieuw behandelen en deze berichten zo snel mogelijk opsporen en openbaar maken.